Gerrit van Dijk, bewogen werk van een bewogen man Gerrit van Dijk (1938) is een van de meest spraakmakende animatiefilmmakers in Nederland. Hij maakte vele korte animatiefilms, waarvan er vele die op festivals in de hele wereld zijn bekroond. Van 11 november tot 12 januari is in het Filmmuseum in Amsterdam een tentoonstelling rondom het werk van Gerrit van Dijk ingericht met origineel artwork uit zijn films en worden een aantal filmprogramma’s en lezingen rondom zijn werk georganiseerd (zie: www.filmmuseum.nl). Onderdeel van dit samenwerkingsproject tussen het Nederlands Instituut voor de Animatiefilm en het Filmmuseum is een lespakket bestemd voor de Culturele en Kunstzinnige Vorming. Het lespakket bestaat bevat drie onderdelen: een DVD met korte animatiefilms van Gerrit van Dijk, een uitgebreide docentenhandleiding en een cd-rom met een computer animatieprogramma waarmee leerlingen zelf aan de slag kunnen. Iedereen kent animatiefilms: komische of spannende tekenfilmseries op televisie, lange tekenfilms en 3D computeranimaties met veel spektakel en drama in de bioscopen. De animatiefilm waar het hier over gaat is echter aanmerkelijk minder bekend. Gerrit van Dijk, maakt net als vele andere Nederlandse animatiefilmmakers korte, op zichzelf staande films, die niet in de eerste plaats gericht zijn op amusement, maar die de drijfveren en ideeën van een onafhankelijke kunstenaar tot uitdrukking brengen. Dat betekent niet dat deze films ontoegankelijk zijn, wel dat ze meer aandacht en reflectie vereisen dan de gemiddelde tekenfilmserie of geanimeerde bioscoopfilm. De betekenis van de films van Gerrit van Dijk openbaart zich niet onmiddellijk. Ze vragen om meer dan eens bekeken te worden en nodigen uit tot verdere gedachtevorming en interpretatie. Dat maakt ze bij uitstek geschikt om in het onderwijs te gebruiken om de kijk- en analysevaardigheden van leerlingen te scherpen. Met het lespakket maken leerlingen op verschillende manieren kennis met het werk van Gerrit van Dijk en met de animatiefilm in het algemeen. Ze leren kijken naar animatiefilms, krijgen begrippen aangereikt om over animatiefilm te kunnen praten en schrijven en maken kennis met eenvoudige animatiefilmtechnieken. In de docentenhandleiding wordt in woord en beeld uiteengezet hoe animatiefilms gemaakt worden en welke technieken Gerrit van Dijk in zijn films gebruikt. Ook worden persoonlijke achtergronden belicht en wordt speciale aandacht besteed aan twee motieven die veelvuldig terugkeren in zijn films. Het eerste motief is dat van de metamorfose. Gerrit van Dijk gaat in zijn films vaak uit van een enkel beeld, dat in de film stapsgewijs verandert. Gerrit van Dijk is geen verhalen verteller, maar een beeldend kunstenaar. Hij laat niet zijn karakters, maar het beeld spreken. Een ander motief dat in zijn films veelvuldig terugkeert, is dat van de iconen. Gerrit van Dijk maakt in zijn films veelvuldig gebruik van bekende figuren, gebeurtenissen en voorstellingen uit de kunst-, film- en wereldgeschiedenis, van Rembrandt tot Marlyn Monroe. Door deze beelden te stileren en in een nieuwe context te plaatsen en verrassende en onmogelijke combinaties te maken, creëert hij een herkenbaar en tegelijkertijd geheel eigen universum in zijn films. Voor het lespakket zijn drie films geselecteerd, die bijzondere aandacht krijgen: Pas A Deux (1988), een dansfilm over de relatie tussen man en vrouw, Frieze Frame (1991), een geanimeerde expositie bestaande uit schilderijen uit de collectie van het Frans Hals Museum in Haarlem, en I Move So I Am (1997), een (zelf)portret van een kunstenaar die zichzelf schept, vernietigt en opnieuw schept. In de docentenhandleiding zijn behalve een analyse ook vele vragen en opdrachten rondom deze films te vinden, die leerlingen stimuleren zelf actief en ook creatief met geboden materiaal aan de gang te gaan. Sommige opdrachten kunnen binnen de les gemaakt of besproken worden, anderen vragen meer tijd en zijn bedoeld om leerlingen zelfstandig of in kleine groepjes aan het werk te zetten. De eerste reacties van docenten op het lespakket zijn bijzonder positief: “echt fantastisch materiaal”, “heel inspirerend”, “erg leuk en vernieuwend”. Vooral de combinatie van middelen: DVD, docentenhandleiding en computerprogramma wordt zeer gewaardeerd. Docenten zien bovendien mogelijkheden om het lespakket op verschillende niveau’s voor verschillende leerlingen in te zetten. Het schrijft geen dwingende methode voor, maar geeft tal van suggesties, welke docenten naar eigen inzicht kunnen overnemen en invullen voor hun eigen leerlingen. Gezien de vele referenties in de films van Gerrit van Dijk naar de beeldende kunst is het zelfs mogelijk deze films als startpunt te gebruiken voor een brede kunsthistorische verkenning. Overigens zijn op de DVD behalve de genoemde films ook bijna alle overige films van Gerrit van Dijk te vinden, erg handig voor docenten en/of leerlingen die zich verder in zijn werk willen verdiepen. DVD wordt steeds belangrijker als distributiemedium voor artistieke animatiefilms. Ook het werk van Paul Driessen, een generatiegenoot van Gerrit van Dijk, is onlangs op DVD verschenen (www.animationwebshop.nl) en wie het Internet doorzoekt stuit al snel op vele andere DVD-uitgaven met films van bekende en minder bekende animatiefilmmakers. Op deze manier kunnen animatiefilms die geen bioscoop of televisievertoning krijgen, ook buiten animatiefilmfestivals en speciale evenementen om een publiek bereiken. Ook voor het onderwijs is de steeds bredere beschikbaarheid van deze films een enorme verbetering ten opzichte van de situatie vroeger. Het lespakket bevat, zoals gezegd, behalve een DVD en docentenhandleiding ook een computerprogramma op cd-rom. Met dit programma, dat de naam “Rotoscoper” heeft gekregen, kunnen op een heel eenvoudige manier animaties worden gemaakt op basis van bestaande filmbeelden. Zo kunnen leerlingen zelf ontdekken wat het betekent om beeld voor beeld te werken. Rotoscoper laat zich op elke PC eenvoudig installeren. Nadat het programma is opgestart, kan worden gekozen uit een aantal korte dansfilmpjes. Dit zijn dezelfde filmpjes als door Gerrit van Dijk werden gebruikt in Pas A Deux (die ook op de DVD staat en uitgebreid besproken wordt in de docentenhandleiding). Nadat een keuze voor een van de filmpjes is gemaakt, komen enkele eenvoudige tekengereedschappen tevoorschijn, waarmee je het filmpje beeld voor beeld kunt overtrekken. Nou ja, overtrekken is misschien niet het goede woord, want iedereen die het eens geprobeerd heeft, weet dat foto’s zich niet zomaar laten overtrekken. Het overbrengen van het fotografische filmbeeld naar lijnen en eenvoudige vormen vraagt op interpretatie van het beeld. Wat neem je over? Wat laat je weg? Wat voor grafische technieken gebruik je? Gesloten, heldere lijnen? Arceringen? Bovendien kun je bij het overtrekken veranderingen in de afbeelding aanbrengen en nieuwe elementen toe voegen, die in het oorspronkelijke beeld niet aanwezig zijn. Van deze mogelijkheid maakt Gerrit van Dijk in zijn films veelvuldig gebruik. Leerlingen die een animatie maken in Rotoscoper zullen elk een heel andere resultaat voortbrengen, zelfs wanneer ze hetzelfde dansfilmpje als basis gebruiken. De een zal proberen de contouren in het beeld zo nauwkeurig mogelijk te volgen, de ander zal meer abstract werken. Het is leuk en leerzaam op deze manier met Rotoscoper te werken, de resultaten te vergelijken en daarna nog eens naar Pas A Deux te kijken om te zien hoe Gerrit van Dijk met het filmmateriaal is omgegaan. Wanneer niet te gedetailleerd wordt gewerkt, kan in Rotoscoper binnen tien minuten een eenvoudige animatie worden gemaakt, die heel vloeiend beweegt. Voor het maken van een echt kunstwerkje moet aanmerkelijk meer tijd worden uitgetrokken. Het is in dat geval aan te raden gebruik te maken van een tekentableau (een palet met een digitale pen). Met een tekentableau kun je veel nauwkeurig werken dan met een muis, omdat met een pen de fijne motoriek veel meer tot uitdrukking komt. Rotoscoper gebruikt in feite dezelfde techniek als Gerrit van Dijk in zijn film Pas A Deux - alleen gebruikte Gerrit van Dijk voor Pas A Deux geen computer maar traceerde hij de filmbeelden op papier met behulp van een in zijn tekentafel ingebouwde filmprojector. Op deze wijze kon hij alle middelen en materialen gebruiken die een tekenaar te beschikking staan. De mogelijkheden van Rotoscoper zijn een stuk beperkter. Je kunt er niet zulke mooie effecten mee bereiken als met behulp van traditionele technieken of professionele grafische programma's. Maar dat is ook helemaal niet de bedoeling – Rotoscoper is een educatief programma, waarmee je snel en eenvoudig kunt kennismaken met de mogelijkheden van rotoscopie, en geen professioneel animatiepakket. Overigens is rotoscopie geen uitvinding van Gerrit van Dijk. In de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw werd deze techniek al gebruikt door Walt Disney en de gebroeders Fleisher om realistische figuren en bewegingen in hun films te creëren. Een bekend voorbeeld is Sneeuwwitje in Sneeuwwitje en de zeven dwergen van Walt Disney. Zij werd eerst door een actrice gespeeld en opgenomen met een 35 mm filmcamera. Daarna werden deze beelden beeld voor beeld geprojecteerd en met de hand getraceerd op transparante vellen en vervolgens gecombineerd met de animaties van de zeven dwergen. Rotoscopie geeft de bewegingen en vormen een realistisch karakter. Tegelijkertijd kunnen door te werken met een beperkt aantal kleuren, lijnen en vormen de beelden een heel grafisch karakter krijgen en kunnen heel bijzondere beeldovergangen gecreëerd worden. Wie meer wil weten over de DVD, docentenhandleiding en Rotoscoper kan terecht op de website van het Filmmuseum: www.filmmuseum.nl. Hier kan het complete pakket ook besteld worden. Kosten: €25,-. © november 2004, UPworks < terug > |